Iedere dag nodigt de Koning gasten uit in zijn tent om te komen kijken naar hoe de Koning eet. De Koning deelt niets met zijn gasten, hij beveelt. Zijn gasten dienen zich te gedragen in de tent, want ze zijn op bezoek. Zijn gasten mogen – of beter gezegd móeten – lachen, applaudisseren en soms zwijgen.Zijn trouwe onderdaan, met de naam Dat Doeterniettoe, waarschuwt de vraatzuchtige koning dat het misschien wel wat bescheidener en wat beschaafder kan.